AB | Maar God stuurde een rups de volgende dag tijdens het aanbreken van de dageraad; die de wonderboom aanvrat, zodat hij verdorde. |
SV | Maar God beschikte een worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad; die stak den wonderboom, dat hij verdorde. |
WLC | וַיְמַ֤ן הָֽאֱלֹהִים֙ תֹּולַ֔עַת בַּעֲלֹ֥ות הַשַּׁ֖חַר לַֽמָּחֳרָ֑ת וַתַּ֥ךְ אֶת־הַקִּֽיקָיֹ֖ון וַיִּיבָֽשׁ׃ |
Trans. | wayəman hā’ĕlōhîm twōla‘aṯ ba‘ălwōṯ haššaḥar lammāḥŏrāṯ wataḵə ’eṯ-haqqîqāywōn wayyîḇāš: |
Maar God beschikte een worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad; die stak den wonderboom, dat hij verdorde.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar God beschikte een worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad; die stak den wonderboom, dat hij verdorde.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!